Indicator om reductie van gewasbescherming te meten nadelig voor biolandbouw

14 juni 2022

De Europese geharmoniseerde indicator om de reductie van gewasbeschermingsmiddelen te monitoren, is nadelig voor de biologische landbouw. Dat stellen verschillende milieuorganisaties, waaronder IFOAM Organics Europa. Ze eisen een herziening van de indicator. 

In het kader van de Farm-to-Forkstrategie is er op Europees niveau afgesproken om het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen te halveren tegen 2030 ten opzichte van 2019. Dat geldt voor het gebruikte volume in kilo’s alsook voor de impact (de toxiciteit). Om de vorderingen te meten, werd in 2019 de geharmoniseerde risico-indicator 1 (HRI-1) aangenomen door de lidstaten. Op basis van de nationale data van verkoop en erkenning kan deze indicator in elk land worden toegepast.

Deze indicator wordt al sinds de aanname aangevochten door de biologische lobbyorganisatie PAN Europe. Recent hebben zich daar nog een aantal milieuorganisaties en IFOAM, de Europese koepelorganisatie van de biosector, achter geschaard. Vorige week publiceerde de Oostenrijkse milieuorganisatie GLOBAL 2000 een rapport waarin wordt gesteld dat HRI-1 het risico van natuurlijke stoffen die in de biologische landbouw worden gebruikt, systematisch overschat in vergelijking met synthetische stoffen.

Verschil in toxiciteit

Helmut Burtscher-Schaden van GLOBAL 2000 verklaart: "Een belangrijke misvatting van de HRI-1 is dat hiermee een causaal verband wordt gelegd tussen de hoeveelheid gebruikte pesticiden en het daaruit voortvloeiende risico, terwijl de bestaande verschillen in toxiciteit en behandeld areaal grotendeels worden genegeerd. Deze verschillen bedragen echter een factor tussen 10 en 1.000 wanneer synthetische werkzame stoffen worden vergeleken met in de natuur voorkomende werkzame stoffen.”

Hij maakt de vergelijking tussen kwartszand en pyrethroïde-insecticide. “Een kilogram kwartszand is net voldoende om vijf bomen te beschermen tegen het kappen door wild. Een kilogram pyrethroïde-insecticide is genoeg om elk levend insect op 200 hectare te doden. Desondanks kent HRI-1 precies hetzelfde risico toe aan beide stoffen.”

Eigen indicator nodig

Volgens de verschillende kritische Europese organisaties die de indicator ter discussie stellen, discrimineert deze de biologische landbouw door te veel waarde te hechten aan volume en minder aan toxiciteit. De overstap naar biologische landbouw zal er immers toe kunnen leiden dat het gebruikte volume aan gewasbeschermingsmiddelen toeneemt, maar dit zegt volgens de organisaties niets over de toxiciteit en impact op het milieu die juist vermindert.

Volgens IFOAM worden er in sommige lidstaten op nationaal niveau al geschiktere indicatoren gebruikt die beter rekening houden met het behandelde areaal en de toxiciteitsprofielen, zoals de Franse indicator NODU. De organisaties stellen aan de Europese Commissie dan ook voor om deze nieuwe indicator op te nemen wanneer er op 22 juni gestemd wordt over een voorstel voor een verordening voor een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.

Bron: Vilt.be/IFOAM ORganics Europe