Opinie: te veel stikstof in Vlaanderen

07 april 2022

Dat er te veel stikstof in Vlaanderen is, is intussen bekend. Een deel daarvan wordt geïmporteerd in de vorm van kunstmest. Wordt het geen tijd om daar iets aan te doen, vraagt BioForum zich luidop af. 

Kunstmest wordt duur. Sommigen spreken zelfs van een verviervoudiging van de prijs. Ook de levertijden komen in het gedrang. Een groot deel van de Europese kunstmest was afkomstig van Rusland, dat enkele weken geleden een exportban instelde voor meststoffen.  

Meer nog. De productie van stikstofkunstmest vergt veel energie en gaat gepaard met de uitstoot van o.a. NOx en ammoniak. Net die vervuilende stoffen die het stikstofakkoord van februari wil beteugelen. Kunstmeststoffenproducent Yara Sluiskil vlakbij Terneuzen staat in Nederland op de elfde plaats van grootste NOx-vervuilers.

Vraag om RENURE

De aanwending van kunstmest gaat gepaard met ammoniakuitstoot. Echter, in tegenstelling tot (vooral strorijke) dierlijke mest, voegt het helemaal niets toe aan de kwaliteit van de bodem. Stikstofkunstmest bestaat vooral uit zouten die snel opneembaar zijn voor de planten. Die zouten voegen niets toe voor het bodemleven, integendeel.

De grote landbouworganisaties willen “RENURE”-producten gebruiken als vervanger van stikstofkunstmest. RENURE staat voor REcovered Nitrogen from manURE. Het gaat om stikstofhoudende meststoffen die gewonnen worden door verwerking van dierlijke mest. RENURE heeft dezelfde eigenschappen als kunstmest. Zij vragen dat dit als dusdanig erkend zou worden.

Maar is de vervanging van kunstmest door RENURE wel zo’n goed idee? En pakken we daarmee het stikstofprobleem ten gronde aan?

Bio boert zonder kunstmest

Bio doet het al van meet af aan zonder kunstmest. De bemestingsstrategie is anders. De focus ligt niet op snelle opname door de planten, maar op een actief en gezond bodemleven. Bioboeren gaan uit van een teeltrotatie met gewassen die stikstof uit de lucht binden. Ze maken gebruik van koolstofrijke organische mest zoals compost en stalmest. Wie dieren houdt, doet dit op een grondgebonden manier: de dierlijke mest moet worden afgezet op biologische gronden à rato van maximum 170 kg N of 2 grootvee-eenheden/ha.

Biologische landbouw boert dus niet alleen zonder kunstmest, maar gebruikt ook minder stikstof in het algemeen. Deze grondgebonden manier van werken is daardoor minder vervuilend. De productie is misschien iets minder, maar wel zeer kwalitatief.

Door organisch te bemesten komt de stikstof niet meteen vrij. Biologische landbouw bemest op een trage manier: schimmels en bacteriën in de bodem nemen de stikstof uit de organische mest op in hun celstructuren. Bodembacteriën zitten vast aan de bodemdeeltjes en schimmels vormen een netwerk van schimmeldraden in de bodem. Bioboeren werken aan de opbouw van het organisch stofgehalte in de bodem en dus aan de bodemkwaliteit. Dat werkt de gewas- en wortelontwikkeling in de hand. Resultaat van dit alles is dat minder stikstof verloren gaat, wat ook gestaafd werd met wetenschappelijk onderzoek van ILVO en Inagro. En intussen wordt aan bodemzorg gedaan.

Er wordt bij ons meer dan voldoende geproduceerd. Belangrijk is dat onze bodems daar ook op lange termijn toe in staat blijven.

Beleid moet stikstofimport aan banden leggen

Er circuleert te veel stikstof in Vlaanderen: te veel ammoniak-stikstof in de lucht en te veel nitraat-stikstof in oppervlakte- en grondwater. Het stikstofakkoord (PAS) is daar een gevolg van. De vele mestactieplannen ook, en die slagen er niet in om het probleem bij de wortel aan te pakken. Straks komt MAP6+ en volgend jaar zou zelfs al MAP7 van start moeten gaan. Toch nog toe werkten de opeenvolgende mestactieplannen het gebruik van kunstmest in de hand.  

Dat gangbare landbouwers die sterk afhankelijk zijn van kunstmest, vandaag niet met een vingerknip kunnen overschakelen op de organische manier van werken, valt te begrijpen. RENURE had een tijdelijke oplossing kunnen zijn voor deze landbouwers, maar het aanbod is nu nog te beperkt. Maar ook op langere termijn blijft een bemestingsstrategie met RENURE slechts uitgaan van snelle bemesting van de gewassen zonder enige aandacht voor het bodemleven. Eens het erkend wordt als kunstmest, zal RENURE daarom vooral een manier zijn om van de restproducten van dierlijke mest af te geraken. Zo zal de dierlijke mest, via een omweg als alternatieve kunstmest, toch op de bodem terechtkomen.

Ten gronde lost RENURE dus niet zo heel veel op. Stikstof wordt nog steeds geïmporteerd. In mindere mate als kunstmest, maar nog steeds als veevoeder. Een brongerichte aanpak is nodig. We moeten de omvang van de Vlaamse veestapel in vraag durven stellen. Niet zomaar een lineaire reductie in het aantal dieren, maar vooral een transitie naar een meer grondgebonden veehouderij, zoals in bio, is noodzakelijk indien we het Vlaamse stikstofprobleem ooit willen oplossen.

Als gevolg van de oorlog in Oekraïne wordt door de lobby’s angst gezaaid voor de voedselzekerheid, zelfs in Europa. Nochtans wordt hier meer dan voldoende geproduceerd. Belangrijk is dat onze bodems daar ook op lange termijn toe in staat blijven. Daarom zijn maatregelen voor meer duurzame landbouw nodig. En meer autonomie in onze voedselproductie: minder accent op import van stikstof via veevoeders en kunstmest; minder focus op export. Na zes MAP’en is het tijd voor doortastend en toekomstgericht beleid!