Speciale bio-activiteiten

Aquacultuur, imkerij en insectenkweek zijn ook vormen van landbouw. Wie ze biologisch wil doen, houdt best rekening met de beperkingen.

Afbeelding
imker
Tim Vandewiele

Biologische imkerij

De voorwaarden om biologische honing te kunnen produceren, zijn voor ons land niet zo vanzelfsprekend. Zo moeten bijenkasten volgens de wetgeving zo geplaatst worden dat de bronnen van nectar en stuifmeel binnen een straal van 3 kilometer hoofdzakelijk bestaan uit biologische gewassen. En op de spontane vegetatie en gewassen in die straal mag maar een beperkte hoeveelheid milieubelastende technieken worden toegepast. Zulke zones in Vlaanderen zijn moeilijk te vinden, al is het wellicht ook niet uitgesloten. 

De teler moet de landkaarten met ligging van de kasten voorleggen en moet kunnen aantonen dat in die zones de meerderheid van de begroeiing bestaat uit biologische teelten of andere niet-milieubelastende teelten. Lidstaten kunnen volgens de wet ook zelf aangeven waar de bijenteelt niet uitgeoefend kan worden, maar in Vlaanderen zijn geen van die gebieden vastgelegd. 

Kasten moeten vervaardigd zijn uit natuurlijke materialen die geen verontreinigingsgevaar opleveren voor het milieu of de bijenteeltproducten. De bijenwas voor nieuwe ramen moet afkomstig zijn van biologische productie-eenheden. In de kasten mogen alleen natuurlijke producten zoals propolis, was en plantaardige oliën worden gebruikt. Tijdens de honingwinning is het gebruik van chemisch-synthetische repellenten verboden. Het is verboden honing te winnen uit raten die broed bevatten.

Aquacultuur

Gekweekte vis of aquacultuur wordt steeds populairder als gevolg van de overbevissing. Kweekvis kan een alternatief zijn als er strikte eisen aan duurzaamheid worden gesteld. Trouwens: dat biologische vis gelijk staat aan kweekvis, is vanuit de biowetgeving een logische zaak. Je kan de term bio enkel gebruiken voor iets dat gekweekt wordt en dit uiteraard volgens de opgelegde criteria. Zoiets kan alleen in een controleerbare omgeving. 

De biologische aquacultuur hanteert een aantal normen die de impact van het productieproces op leefmilieu en dierenwelzijn zoveel mogelijk beperken. Zo mag er net als in andere sectoren geen vermenging zijn tussen bio en gangbaar. Bovendien moet de natuurlijke leefomgeving en biodiversiteit zo goed mogelijk gerespecteerd worden. In principe moeten de startdieren van biologische kweek zijn en er moet gebruik gemaakt worden van plaatselijk gekweekte soorten. 

Het plantaardige deel van het visvoer moet biologisch zijn en het aquatische deel moet afkomstig zijn uit de biologische aquacultuur of uit visserij die als duurzaam is gecertificeerd (zoals MSC). Het aantal dieren per kubieke meter water wordt bepaald in functie van dierenwelzijn. Voor zalm geldt een maximumnorm van 10 kg vis per m3 in zeewater en 20 kg/m3 in zoetwater. Voor zeebaars en brasem ligt de toegelaten densiteit lager: 15 kg/m3 in zeewater en 4 kg/m3 in kweekvijvers. 
Tot slot kent de biologische aquacultuur een strikte normering voor het gebruik van antibiotica, schimmel- of algenwerende middelen. Hormonen (als stimulans voor kuitschieten) zijn niet toegelaten, evenmin als het gebruik van ggo's in pakweg het voer. 
 

Insecten kweken

Insecten zijn een alternatieve eiwitbron. Sinds kort is gele meelworm toegelaten als voedingsproduct in de Europese Unie. In België waren reeds een vijftal andere insecten toegelaten voor menselijke consumptie. Momenteel vind je dus al insecten in de vorm van burgers of krekelrepen op de markt. Wat de biologische insectenkweek betreft: er bestaan op dit moment nog geen regels. Zowel op Europees als op Vlaams niveau moet daar nog een wetgevend kader voor ontwikkeld worden. Ben je geïnteresseerd in het biologisch kweken van insecten en wil je weten in welk stadium de wetgeving zich bevindt, neem dan contact op met onze adviseur voedingsbedrijven.