Wat als je als bioboer ook gaat verwerken of verkopen?

19 april 2021

Landbouwers zoeken steeds vaker naar nieuwe afzetmarkten: ze starten een hoevewinkel of gaan hun producten zelf verwerken. Daar komen ook een heel aantal nieuwe regels bij kijken. 

Kobe Van Looveren - De Zonnekouter

Dit artikel verscheen eerder in Bio Actief 51. 

Een boer begint een hoevewinkel om zijn producten te verkopen of hij verwerkt zijn eigen producten tot bv. sap of kaas. Of hij begint een hoeverestaurant. Het zijn allemaal manieren om je afzet te diversifiëren. Alleen gaan deze bijkomende activiteiten vaak gepaard met andere regels op het vlak van bio en voedselveiligheid.  

Vergeet het FAVV niet

Laten we beginnen met voedselveiligheid. Het FAVV maakt zelf een onderscheid tussen een registratie, een toelating of een erkenning. Afhankelijk van jouw activiteit verandert dus ook jouw status bij het FAVV. 

Stel, je bent een fruitteler en wil je fruit rechtstreeks kunnen verkopen aan consumenten, bv. op je eigen bedrijf, een markt of via automaten. Dan volstaat je registratie bij het FAVV als fruitteeltbedrijf. Ook wanneer je verse producten bestemd zijn voor de versmarkt of de industrie volstaat registratie. Met zo’n registratie mag je je fruit ook bewerken. Denk aan wassen, sorteren of verkopen, of het borstelen van champignons. 
 

Voor verwerking van dierlijke producten zijn de regels nog strenger. 

Verkopen als B2B

Maar wat als je nu zelf sappen wil produceren? Het verschil met bewerking is dat verwerking de aard van je product wezenlijk verandert. Daarvoor is een toelating van het FAVV nodig. Er zijn twee vormen mogelijk. Je kan een toelating krijgen als ‘detailhandel met verwerking’;  dan verklaar je eigenlijk dat je je producten vooral rechtstreeks zal verkopen. Je kan nog wel een deel B2B verkopen, al is dat strikt bepaald: maximum 30 procent mag zo verkocht worden, en dat in een straal van 80 kilometer. Kom je daar boven, dan heb je een toelating voor de sector verwerking nodig. Soms betekent dit zelfs het hebben van een erkenning, zoals bij de verwerking van dierlijke producten (dus ook producten op basis van melk en eieren). Daarvoor zijn de regels nog strenger.  

B2B betekent verkopen aan detailhandels, horeca en grootkeukens. Maar ook afhaalpunten of distributieplatformen kunnen gezien worden als B2B. Dat hangt af van een aantal factoren. Zo is een distributieplatform dat alleen producten bewerkt en geen winstoogmerk heeft niet registratieplichtig en dus geen B2B. Een afhaalpunt dat al actief is in de voedselketen (bv. buurtwinkel) wordt wel gezien als B2B, in tegenstelling tot bv. een afhaalpunt in een fietsenwinkel.

Afbeelding
hoevewinkel
Kobe Van Looveren - De Zonnekouter

Horeca

Veel biobedrijven zetten ook in op de korte keten, bv. met een hoevewinkel. In de meeste gevallen blijft het assortiment daar niet beperkt tot eigen producten. In dat geval heb je een toelating als detailhandel van het FAVV nodig. Verkoop je onverpakte bioproducten, dan moet je voor verkoop als bijkomende activiteit onder biocontrole staan.

Boeren die op hun bedrijf regelmatig horeca-activiteiten uitoefenen, moeten bij het FAVV een activiteit traiteur, drankgelegenheid of eetgelegenheid hebben. Voor bio is er in Vlaanderen op het vlak van horeca geen bijkomende controle als dit binnen jouw bedrijf gebeurt. Ga je deze activiteiten op locatie uitvoeren, dan ben je een bereider en moet je daar ook op gecontroleerd worden.

 

Op de website van het FAVV vind je alle activiteitenfiches met daarin vermelding van welke activiteit je dan precies kan uitvoeren. In de sector worden ook vaak producten verkocht met de tussenkomst van een derde zoals verkoop via afhaalpunten. Hierover stelde het FAVV een omzendbrief op. Worden jouw producten via een derde verdeeld, neem deze dan zeker even door. 

Het FAVV heeft ook een brochure opgesteld die specifiek gaat over de verwerking en de verkoop op de hoeve. Hierin kan je zeker ook nuttig informatie vinden.

Informeer je steeds goed bij je lokale controle-eenheid alvorens te starten met een nieuwe activiteit. Contactgegevens vind je hier. 

Verschillende activiteiten binnen bio

De biowetgeving vereist dat je je ook op je andere activiteiten laat controleren. Ze maakt daarbij onderscheid tussen volgende activiteiten. 

  • Producent: je teelt zelf bepaalde gewassen of je houdt vee. Onder deze activiteit mag je je eigen producten vermarkten en bewerken (wassen, sorteren en verpakken).
  • Bereider: je verwerkt en vermarkt je eigen producten, bv. kaas maken van je eigen melk of je eigen granen vermalen. Wie niet-eigen producten aankoopt en als B2B verkoopt, wordt gezien als verdeler en valt ook onder deze categorie.
  • Verkooppunt: je beschikt over een (mobiele) winkel waar je eigen en niet-eigen producten aanbiedt aan de eindverbruiker. 
     

Het toepassen van de autocontrolegids van het FAVV voor jouw sector is een verplichting.

Wettelijke vereisten

Het FAVV keurde voor de verschillende sectoren autocontrolegidsen goed die de wettelijke vereisten m.b.t. voedselveiligheid weergeven. Het toepassen van de gids voor jouw sector is een verplichting.

Zo’n autocontrolegids bevat een aantal richtlijnen over verschillende facetten van je bedrijf. Denk aan de inrichting van lokalen, temperatuurbeheer, uitrusting, ongediertebestrijding, onderhoud, reiniging en desinfectie, meldingsplicht en klantenbeheer, en traceerbaarheid. 
 

Afbeelding
hoevewinkel

Ook voor de biowetgeving is er bijkomende administratie nodig voor bereiders, die deels overeenstemt met wat in de autocontrolegids staat. Daarnaast is er voor de biocontrole een duidelijke beschrijving nodig van de activiteiten die je uitvoert. Je moet ook een risico-analyse doen, een procedure herkomstcontrole opstellen met controle van de biocertificaten van je leveranciers en beschrijven hoe je een scheiding tussen bio en niet-bioproducten garandeert en contaminatie met ongewenste stoffen vermijdt.

De biocontrole op niveau van verkoop focust op een correcte aanduiding van bioproducten in combinatie met controle op aankoopvolume versus verkoopvolume. De bedoeling is fraude tegengaan. Het is trouwens toegestaan om ook niet-biologische producten te verkopen, maar dan moet dat wel duidelijk blijken uit de communicatie en mag er voor de klant geen verwarring zijn. Voor Biogarantie moeten bepaalde productcategorieën wel 100% biologisch zijn. Wie aangesloten is bij Biogarantie wordt wel gecontroleerd op assortimentsniveau

Etikettering

Tot slot gaan we nog in op de richtlijnen rond verpakking. Voorverpakte producten die door je bedrijf zelf vervaardigd zijn en bedoeld zijn voor rechtstreekse verkoop, moeten enkel een vervaldatum vermelden. Op vraag moet een lijst met allergenen gecommuniceerd kunnen worden. Deze regels gelden ook wanneer deze producten in maximum vijf eigen andere vestigingen worden verkocht. 

Voorverpakte producten die niet aan deze criteria voldoen, moeten veel meer gegevens vermelden op het etiket. Denk onder meer aan productnaam, ingrediëntenlijst, bewaarvoorschriften en de voedingswaardetabel. De hele lijst vind je bij het FAVV

Voor bio komen daar bovendien nog vermeldingen bij: bio bij de productnaam, aanduiding van de ingrediënten die bio zijn in de ingrediëntenlijst, vermelding van het Europese logo samen met het nummer van jouw controleorgaan en de oorsprong van de ingrediënten. Je vindt meer info over etikettering in Bio en De Wet.